18. Penang en Langkawi

Op het eiland Penang verbleef ik in George town, de plek om te zijn vanwege de rijke geschiedenis, de stalletjes met eten en de street art. Ik sliep er in Queen's hostel, ladies only en ietsje duurder dan het gemiddelde hostel waar ik tot nu toe sliep. Maar het was het waard. De slaapplaatsen bestonden uit hele fijne matrassen, gescheiden door gordijnen. Met het gordijn dicht had je je eigen tent! Daarnaast was er werkende airco, shampoo, cremespoeling, douchegel, nagellak, een föhn en een regendouche. Daar was ik wel even aan toe.
Hoewel Penang dus een eiland is, betekent dat niet automatisch dat er ook een strand is. Ik besloot voor mijn dosis strand met de ferry naar Langkawi te gaan. Ik dacht eerst dat het een beetje saai zou zijn, zo in het laagseizoen, totdat ik op het strand kwam. Goudgeel zand, her en der een palmboom, azuurblauwe zee en okee, een wat bewolkte lucht. Wow!
Ook deed ik een kajaktour door de mangrove. Het bijzondere aan mangrove is dat ze kunnen groeien aan/in brak water en dat je de wortels als een ingewikkeld netwerk deels boven water kunt zien. De enige geluiden die je hoort is het kabbelen van het water, af en toe het geplons van je peddels en als je geluk hebt een vogel. Wat een ervaring om zo een kijkje te kunnen nemen in het woud.